Algemene informatie
Over de schrijver
Hermans werd geboren in het Diaconessenhuis aan de Overtoom in Amsterdam. Hij groeide op in een Amsterdams onderwijzersgezin. Zijn oudere zus Corry werd hem altijd tot voorbeeld gesteld, vooral door zijn vader, maar Hermans bleef in haar schaduw staan. Zijn vader zei hem dat hij niets kon, dat hij meer op zijn zus zou moeten lijken. Daarom haatte hij haar. Zijn zus zou echter slechts 21 jaar oud worden. Toen de Duitsers in mei 1940 Nederland binnenvielen, pleegden zij en haar neef Piet Blind, met wie ze een geheime relatie had, zelfmoord. Hermans was toen achttien en op dat moment eindigde zijn jeugd. Ook in andere opzichten veranderde zijn leven.
De dood van zijn zus markeerde ook een ander punt: de oorlog. De oorlogsjaren en de zelfmoord van zijn zus versterkten het beeld dat hij van de wereld had: dat de wereld chaotisch is.
Deze traumatische ervaring en zijn gevoel van achterstelling en miskenning zijn waarschijnlijk van grote invloed geweest op de ontwikkeling van zijn schrijverschap. Het is in ieder geval een veelvuldig terugkerend thema in zijn werk. Verwijzingen naar de zelfmoord van zijn zus komen in twee romans duidelijk voor: in Ik heb altijd gelijk (1951) en in Herinneringen van een Engelbewaarder (1970). Ook in De donkere kamer van Damokles wordt verwezen naar zijn zus, het hoofdpersonage in het boek heeft namelijk een relatie met zijn nicht.
Hermans volgde zijn middelbare schoolopleiding aan het Barlaeus Gymnasium te Amsterdam, in dezelfde klas als Reina Prinsen Geerligs. Op aandringen van zijn vader koos hij voor een studie sociale geografie die hij in september 1940 begon aan de Gemeente Universiteit, maar in 1941 stapte hij over op fysische geografie. Op 9 april 1943 haalde hij zijn kandidaatsexamen. Hermans weigerde de loyaliteitsverklaring te tekenen en moest zijn studie daarom staken.
Over het boek
- Uitgegeven door G.A Van Oorschot (te Amsterdam).
- 1e Druk November 1958
- Gelezen: 30e Druk maart 1990.
- Aantal pagina's: 335
Genre
Dit boek is een psychologische oorlogsroman. Het boek is verdeeld in ongenummerde hoofdstukken zonder titel.
Samenvatting
Henri Osewoudt is de zoon van een sigarenwinkelier te Voorschoten. Als hij nog op de lagere school zit, vermoordt zijn moeder zijn vader in een vlaag van waanzin. Henri wordt opgevoed door zijn oom Bart Nauta in Amsterdam. Op de middelbare school gaat hij niet om met zijn klasgenoten. Hij leeft in een isolement en gaat alleen om met zijn zeven jaar oudere nicht Ria. Hij doet aan judo, waardoor zijn voeten vergroeien. Hij is lelijk, heeft geen baardgroei en een hoge stem. Ook Ria is lelijk. Als Henri 18 is, trouwt hij met Ria; hij zet zijn vaders zaak voort en zijn moeder woont bij hen in. Henri is afgekeurd
voor militaire dienst, maar is wel bij de Burgerwacht. Als de oorlog uitbreekt, moet hij op wacht staan bij een postkantoor. Luitenant Dorbeck, op wie Henri als twee druppels water lijkt, geeft hem een filmrolletje, dat ontwikkeld moet worden. Later komt hij weer terug met nog meer films, die ook ontwikkeld moeten worden en opgestuurd aan E. Jagtman.
Na het ontwikkelen krijgt Henri niets dan zwarte vlekken te zien. Hij durft de foto's niet terug te sturen, koopt een Leica en maakt zelf foto's van militaire objecten. Tijdens een
hevig onweer komt Dorbeck, enige tijd later. Henri krijgt opdracht naar Haarlem te komen. Daar ontmoet hij Dorbeck en Zewuster. Met de laatste gaat hij naar de Kleine Houtstraat, waar ze in een huis twee mensen neerschieten. De zoon van de drogist uit Voorschoten heeft hen gevolgd. Henri ontwikkelt het filmpje dat hij in 1940 van Dorbeck had gekregen. Op een van de foto's staat Dorbeck met twee vriendinnen. Er valt een brandend vliegtuig op het huis van Jagtman, waardoor de hele familie Jagtman omkomt. In 1944 (Dorbeck heeft 3 jaar lang niets van zich heeft laten horen) krijgt Henri een brief van Dorbeck met het verzoek de foto's op te sturen naar een postbusnummer. Henri gaat kijken wie de foto's uit de bus haalt; dat blijkt eenheilsoldate te zijn. Een paar dagen later wordt hij opgebeld door Elly Meier, die zegt dat ze uit Engeland is overgekomen. Ze toont hem een van de foto's die hij aan Dorbeck had opgestuurd. Hij brengt haar naar oom Bart. Terug in Den Haag hoort hij van Moorlag, zijn kamergenoot, dat de Duitsers hem in zijn huis opwachten en dat Ria en zijn moeder gevangen zijn genomen. Hij gaat met Moorlag naar Leiden, waar een student valse persoonsbewijzen maakt voor hem en Elly. Zijn haar wordt zwart geverfd door Marianne, een ondergedoken joodse studente. Henri duikt onder en gaat foto's ontwikkelen voor Labare.
voor militaire dienst, maar is wel bij de Burgerwacht. Als de oorlog uitbreekt, moet hij op wacht staan bij een postkantoor. Luitenant Dorbeck, op wie Henri als twee druppels water lijkt, geeft hem een filmrolletje, dat ontwikkeld moet worden. Later komt hij weer terug met nog meer films, die ook ontwikkeld moeten worden en opgestuurd aan E. Jagtman.
Na het ontwikkelen krijgt Henri niets dan zwarte vlekken te zien. Hij durft de foto's niet terug te sturen, koopt een Leica en maakt zelf foto's van militaire objecten. Tijdens een
hevig onweer komt Dorbeck, enige tijd later. Henri krijgt opdracht naar Haarlem te komen. Daar ontmoet hij Dorbeck en Zewuster. Met de laatste gaat hij naar de Kleine Houtstraat, waar ze in een huis twee mensen neerschieten. De zoon van de drogist uit Voorschoten heeft hen gevolgd. Henri ontwikkelt het filmpje dat hij in 1940 van Dorbeck had gekregen. Op een van de foto's staat Dorbeck met twee vriendinnen. Er valt een brandend vliegtuig op het huis van Jagtman, waardoor de hele familie Jagtman omkomt. In 1944 (Dorbeck heeft 3 jaar lang niets van zich heeft laten horen) krijgt Henri een brief van Dorbeck met het verzoek de foto's op te sturen naar een postbusnummer. Henri gaat kijken wie de foto's uit de bus haalt; dat blijkt eenheilsoldate te zijn. Een paar dagen later wordt hij opgebeld door Elly Meier, die zegt dat ze uit Engeland is overgekomen. Ze toont hem een van de foto's die hij aan Dorbeck had opgestuurd. Hij brengt haar naar oom Bart. Terug in Den Haag hoort hij van Moorlag, zijn kamergenoot, dat de Duitsers hem in zijn huis opwachten en dat Ria en zijn moeder gevangen zijn genomen. Hij gaat met Moorlag naar Leiden, waar een student valse persoonsbewijzen maakt voor hem en Elly. Zijn haar wordt zwart geverfd door Marianne, een ondergedoken joodse studente. Henri duikt onder en gaat foto's ontwikkelen voor Labare.
Hij beseft nu hoe hij veranderd is. Marianne gaat voor hem naar oom Bart met Elly's persoonsbewijs. Deze is echter al verdwenen. Henri gaat naar Amsterdam en vertelt aan oom Bart dat Ria en zijn moeder zitten. Oom Bart maakt hem verwijten. Henri krijgt van Dorbeck opdracht naar het station in Amersfoort te gaan. Daar zal hij een vrouw ontmoeten in leidsteruniform van de Nationale Jeugdstorm. Samen gaan ze naar Lunteren, waar Lagendaal, die voor de Gestapo werkt, uit de weg moet worden geruimd. De aanslag lukt, maar op de terugweg wordt de vrouw aangehouden. In Amsterdam ontmoet Henri Marianna. In de bioscoop ziet Henri een oproep tot zijn eigen aanhouding. Als hij de zaal uitloopt, wordt hij gepakt. Tijdens het verhoor wordt hij zo gemarteld, dat hij naar het ziekenhuis moet. Hij wordt daaruit bevrijd door gemaskerde mannen, die hem naar Leiden brengen.
Bij Labare ontmoet hij Marianne weer. 's Nachts worden ze door de Duitsers overvallen.Henri weet te ontkomen, maar wordt later toch gearresteerd. In de cel zoekt de Duitser Ebernuss hem op, die beweert hij hem goedgezind is. Hij heeft ervoor gezorgd, dat Marianne, die een kind verwacht, weer vrij is. Ebernuss houdt zich bezig met het probleem of Dorbeck, de dubbelganger van Henri, bestaat. Daarom moet Henri naar Amsterdam gaan, waar een clandestiene sociëteit is voor ondergrondse helden. Als Dorbeck bestaat, zal Henri hem zeker ontmoeten. Ebernuss geeft Henri zijn Leica en samen gaan ze naar Amsterdam. In de sociëteit is er een man van wie Henri gelooft dat het Dorbeck is. Van hem krijgt hij giftige kristallen, die hij in Ebernuss' borrel doet. Dorbeck en Henri gaan er samen in de auto van Ebernuss vandoor. In een leegstaand huis fotografeert Henri zichzelf met Dorbeck in een spiegel. Dorbeck vertelt hem dat Ria samen woont met de zoon van de drogist die Henri verraden had, toen hij de aanslag in Haarlem pleegde. Henri krijgt een verpleegstersuniform. Dorbeck bericht hem dat Marianne in een kraamkliniek ligt.
Daar aangekomen wordt hij naar een kelder gebracht waar hij het lijkje van zijn kind ziet. Een Duitse soldaat neemt hem mee in zijn auto. In Voorschoten doodt hij Ria en in Dordrecht de Duitser; daarna vraagt hij hulp aan een pastoor. Met de hulp van de illegaliteit en een arts komt hij in Breda aan. Hij meldt zich bij het hoofdkwartier van de Nederlandse Strijdkrachten. Daar arresteert men hem, omdat men denkt dat hij een land verrader is. Hij wordt naar Engeland gebracht. Daar behandelt Selderhorst zijn zaak. Henri wordt van vele dingen beschuldigd en Dorbeck, die zal kunnen aantonen dat hij verzetsheld is, is onvindbaar.
Jagtman en Moorlag zijn dood en Marianne is in Israel. Oom Barts verklaring is zeer vaag. Eindelijk wordt de Leica van Henri gevonden. Hij ontwikkelt het filmpje, maar de foto met Dorbeck is mislukt. Henri rent naar buiten en wordt neergeschoten.
Jagtman en Moorlag zijn dood en Marianne is in Israel. Oom Barts verklaring is zeer vaag. Eindelijk wordt de Leica van Henri gevonden. Hij ontwikkelt het filmpje, maar de foto met Dorbeck is mislukt. Henri rent naar buiten en wordt neergeschoten.
Verwachtingen
Mijn moeder raadde mij dit boek aan. Ook al lees ik dit soort boeken eigenlijk nooit, ik sta altijd open voor het lezen van een goed boek. Dus ik zette dit boek op mijn e-reader en begon met lezen. De eerste indrukken heb ik gemaakt door naar bol.com te gaan, en daar een beetje over het boek te lezen. Eerlijk gezegd leek het boek me een beetje oubollig, maar ik besloot het toch te gaan lezen.
Motieven en thema
Motieven
Er bevinden zich twee leidmotieven en nog een aantal kleinere motieven in dit verhaal
Het eerste leidmotief is de tram, vreemd genoeg keert deze constant weer terug in dit boek. Dan staat er ook vaak een bordje met het opschrift 'INHALEN VERBODEN' bij. Dit is best vreemd, want tijdens de WO II reden niet eens trams.
Het tweede leidmotief is het steeds terugkerende fototoestel en dit fototoestel speelt ook een grote rol in het verhaal. Dat is vooral, omdat Henri daarmee wil bewijzen dat Dorbeck bestaat.
Andere motieven zijn:
- Oorlog, het boek speelt zich af in oorlogstijd, dus krijg je ook constant te maken met de gruwelen en de misdaden van de oorlog. Het is in een oorlogsroman eigenlijk onmogelijk om van oorlog geen motief te maken.
- Eenzaamheid, dit probeert Hermans het best te omschrijven door de rechtszaak. Alle bewijzen worden afgewezen en Henri staat alleen en machteloos tegenover de rechtgevende machten. Op dat moment heeft Henri zich echt eenzaam gevoeld.
- Het zoeken naar een eigen identiteit, Henri vindt Dorbeck het hele boek door een perfecte versie van zichzelf. Hij zoekt naar een identiteit, daar Dorbeck als zijn grote voorbeeld te nemen en zich daardoor beter te voelen.
Thema
Het thema van dit boek is werkelijkheid en dan een werkelijkheid die je niet aan kan tonen. Zoals Henri het bestaan van Dorbeck niet kan aantonen, door het verdwijnen of overlijden van getuigen en het kapotgaan van het fototoestel. Dit leidt bij Henri tot frustratie, maar het feit blijft, dat hij niet kan aantonen. En dit leidt bij Henri tot de dood.
goede samenvatting
BeantwoordenVerwijderenmaar ik zou wat aan deze zin doen; 'Omdat Henri lelijk is, hij heeft bolle wangen, dun kort wit haar, geen baardgroei, en vergroeide voeten, door een ongeluk met judo, wordt hij op de middelbare school genegeerd door iedereen, behalve Ria, zijn nichtje, die ook lelijk is.'
Bij die zin was ik in de war omdat de zin niet goed loopt
verder helemaal prima
EVELINE
Goede samenvatting, alleen de sammenvatting begint zo; 'Als de moeder van Henri de vader van Henri vermoordt in een vlaag van waanzin, is Henri gedwongen om op 12-jarige leeftijd bij zijn oom Bart Nauta in te trekken in Amsterdam'. Ik (als iemand die het boek niet kent), had liever eerst een korte introductie op de hoofdpersoon Henri gezien. Verder gebruik je in alinea 7 twee keer het woordje 'daarna' vlak achter elkaar, dat leest wat minder mooi en fijn.
BeantwoordenVerwijderen